Verberg deze pagina

Noord- en Midden Limburg

Veel gestelde vragen

Wat is Veilig Thuis Noord –en Midden Limburg?

Veilig Thuis (NML) is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling. Het is dag en nacht bereikbaar via 0800-2000 voor slachtoffers, daders, omstanders en professionals. Veilig Thuis biedt deskundige hulp en advies, een helpende hand, doorbreekt onveilige situaties en zet mensen in beweging. Veilig Thuis bekijkt samen met de melder welke professionele hulp er nodig is en of er nader onderzoek nodig is. Veilig Thuis ondersteunt bij het opstellen van een veiligheidsplan en herstelplan. Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg werkt voor 14 gemeenten.

Kan ik Veilig Thuis inschakelen in het kader van de meldcode?

Ja, u kunt Veilig Thuis inschakelen in het kader van de verplichte meldcode, en ook in het kader van de verplichte kindcheck. Deze laatste check geldt vooral voor professionals die werken in de volwassenenzorg en die moeten weten of hun volwassen cliënten kinderen hebben. Voor een inschatting met betrekking tot de veiligheid van de kinderen kunt u contact opnemen met Veilig Thuis. Ook kunt u een beroep doen op een van de vertrouwensartsen van Veilig Thuis, wanneer er behoefte is aan of noodzaak om medische/psychiatrische expertise. Het protocol meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de KNMG is online te raadplegen.

Hoe werkt Veilig Thuis?

Veilig thuis werkt conform het handelingsprotocol. Het handelingsprotocol vormt de basis voor het handelen van alle 26 Veilig Thuis-organisaties in Nederland. In dit protocol staan de volgende uitgangspunten vastgesteld.

  1. Veilig Thuis geeft prioriteit aan de belangen van kinderen.
  2. Veilig Thuis is een gespecialiseerd regionaal centrum van en voor gemeenten.
  3. Veilig Thuis is gericht op samenwerking.
  4. Veilig Thuis is een betrouwbare organisatie en werkt zorgvuldig en transparant.
  5. Veilig Thuis werkt, ook in de samenwerking met het lokale veld, met één gezin, één plan, één contactpersoon voor het gezin of huishouden.
  6. Veilig Thuis is primair gericht op het herstellen van de veiligheid op de korte en op langere termijn.
  7. Veilig Thuis creëert samenhang in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.
  8. Veilig Thuis werkt systeemgericht.
  9. Veilig Thuis sluit aan bij de eigen kracht van de direct betrokkenen en het sociale netwerk.
  10. Veilig Thuis deelt informatie alleen indien dat voor het borgen van de veiligheid noodzakelijk is.
Hoe bereik ik Veilig Thuis?

Veilig Thuis is 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar voor advies en hulp via
het gratis telefoonnummer 0800 – 2000. Spreek de gemeente/woonplaats in en dan wordt u verbonden met Veilig Thuis Noord -en Midden Limburg. U kunt ons veilig bellen. Ons nummer is afgeschermd en dus niet terug te vinden op uw telefoonrekening. Ook achteraf zal niemand weten dat u ons heeft gebeld. Let er wel op dat u het laatst gebelde nummer uit het geheugen van uw (mobiele) telefoon wist.

Kan ik een anonieme melding doen bij Veilig Thuis?

Als u een mishandelingssituatie meldt en u wilt liever niet dat de betrokkenen weten wie er gemeld heeft, dan kunt u dat doorgeven.

Wat is de rol van de vertrouwensarts bij Veilig Thuis?

De vertrouwensarts binnen Veilig Thuis is de specialist die beschikt over specifieke medische kennis waaronder ook psychiatrische en forensische kennis. De vertrouwensarts adviseert inzake:

  • de medische diagnostiek en de aanpak bij een vermoeden van kindermishandeling, volwassenengeweld en ouder(en)mishandeling;
  • de interpretatie van de specifieke medische en psychiatrische gegevens van ouders en kinderen, of betrokken volwassenen en ouderen;
  • de forensische beschrijving en beoordeling van lichamelijke symptomen;
  • het beroepsgeheim en juridische aspecten bij het bespreken en melden van een vermoeden van kindermishandeling;
  • volwassenengeweld en ouder(en)mishandeling (KNMG-meldcode).

De vertrouwensarts wordt betrokken bij alle meldingen waarbij sprake is van lichamelijke mishandeling, acute ernstige of levensbedreigende situaties voor kinderen, seksueel misbruik, (vermoeden van) psychiatrische problematiek bij ouder of kind, bij een vermoeden van verslavingsproblematiek bij ouders, bij andere ernstige ziekten bij ouders en bij complexe problematiek waarbij meerdere vormen van kindermishandeling voorkomen.

Op basis van de aanwezige informatie kan bij een (vermoeden van) letsel door de vertrouwensarts zelf ook lichamelijk onderzoek gedaan worden óf de vertrouwensarts kan voor lichamelijk onderzoek en vastleggen van letsel doorverwijzen naar een collega-arts. Als er sprake is van een letsel kan de vertrouwensarts beoordelen of dit past bij de geschetste toedracht en of het letsel past bij de ontwikkeling van een kind. Ook kan de vertrouwensarts adviseren of eventueel aanvullend onderzoek nodig is.

De vertrouwensarts werkt intensief samen met ziekenhuizen, huisartsen, psychiaters en verslavingszorg.

Wat is een meldcode?

Een meldcode is een stappenplan waarin wordt beschreven hoe een professional hoort om te gaan met het signaleren en het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het biedt een houvast voor de professional in de te zetten stappen als hij huiselijk geweld of kindermishandeling signaleert om bijvoorbeeld een gesprek met ouders aan te gaan of hulpverlening in te schakelen. Een meldcode geeft richting aan de stappen die een professional kan zetten om slachtoffers te helpen.Iedere hulporganisatie en zelfstandige professional ontwikkelt een eigen meldcode. Daarin moeten in ieder geval de volgende 5 stappen staan:
Stap1: In kaart brengen van signalen
Stap 2: Overleggen met een collega. Eventueel raadplegen van Veilig Thuis.
Stap 3: Gesprek met de betrokkenen
Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Bij twijfels altijd Veilig Thuis raadplegen.
Stap 5: Beslissen over zelf hulp regelen of melden.

Waarom is de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ingevoerd?

Signalen van geweld en mishandeling worden vaak over het hoofd gezien of niet herkend. Veel professionals weten vervolgens niet goed hoe te handelen wanneer zij geconfronteerd worden met slachtoffers van geweld. Het doel van de verplichting is dat sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit kan worden bereikt door het consequent toepassen van een meldcode waardoor bij vroegsignalering van huiselijk geweld en kindermishandeling effectief wordt opgetreden. Bij de verplichting om te werken met een meldcode weten organisaties en professionals welke stappen zij moeten zetten als zij huiselijk geweld en/of kindermishandeling signaleren.

Welke gemeenteambtenaren moeten werken met een meldcode?

Leerplichtambtenaren en ambtenaren die in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning in direct contact staan met cliënten. Bijvoorbeeld jongerenwerkers of loketmedewerkers, als die in dienst zijn van de gemeente.
Andere ambtenaren zijn NIET verplicht om te werken met een meldcode, maar het Rijk juicht initiatieven tot het werken met de meldcode van harte toe.

Geldt de verplichting van een meldcode ook voor zelfstandig werkende professionals?

Ja, net zoals huisartsen moeten zij beschikken over een meldcode, daarvan gebruik maken en hun kennis erover op peil houden. Zij zouden daarvoor gebruik kunnen maken van meldcodes en protocollen van hun beroeps- en brancheorganisaties.

Moeten vrijwilligers ook met een meldcode werken?

Nee. Vrijwilligersorganisaties zijn niet verplicht te beschikken over een meldcode. Wanneer vrijwilligersorganisaties op eigen initiatief met een meldcode werken, juicht het Rijk dit van harte toe. Organisaties waarvoor de verplichting wel geldt en die met vrijwilligers werken, kunnen in hun eigen meldcode aangeven welke rol de vrijwilligers in hun eigen organisatie kunnen spelen. Dit zal verschillen naar soort vrijwilliger en organisatie.

Voor welke sectoren is het hebben van een meldcode verplicht?
  • Gezondheidszorg: artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, tandartsen, fysiotherapeuten, kraamzorg en GGZ-psychologen;
  • onderwijs;
  • kinderopvang: onderwijspersoneel, kinderopvangpersoneel en leerplichtambtenaren;
  • maatschappelijke ondersteuning, waaronder de sectoren welzijn en sport: amw-ers, (thuis)zorgmedewerkers, welzijnswerkers en personeel in de sport, MEE-consulenten, jongerenwerkers en peuterspeelzaalpersoneel;
  • jeugdzorg: BJAA, gedragswetenschappers en medewerkers van zorgaanbieders;
  • justitie: reclasseringswerkers en groepswerkers van de justitiële jeugdinrichtingen.